Broodnamen worden duidelijker
Speltbrood waarin meer tarwe dan spelt zit, donker gekleurd brood waarin geen volkoren graan te bekennen is en meergranenbrood met slechts een paar procent van andere granen dan tarwe. Het nieuwe Warenwetbesluit Meel en Brood maakt er korte metten mee. De naam van brood moet voortaan veel duidelijker aangeven wat erin zit.
Op 1 juli 2020 is de nieuwe wet ingegaan waardoor voor jou duidelijker wordt welk soort brood je echt koopt. Maar bakkers krijgen nog wel 2 jaar de tijd om de wijzigingen door te voeren. In elk geval zal vanaf 1 juli 2022 het broodschap er wat namen en etiketten betreft dus duidelijk anders uitzien.
Wit, bruin of volkoren
Volgens de nieuwe regels moet bij elk brood duidelijk vermeld moet worden of het gaat om wit, bruin of volkoren. Witbrood is gemaakt van bloem, volkorenbrood is gemaakt van 100% volkorenmeel en bruinbrood is gemaakt met een mix van bloem en volkorenmeel. Het lijkt heel logisch, maar deze regel gold tot nu toe alleen voor brood gemaakt van alleen tarwe, niet voor brood van andere granen of van een mix van granen. Alleen volkorenbrood – ook van andere graansoorten - moest altijd al gemaakt zijn van 100% volkorenmeel. Het is wel een goede regel, want de kleur van brood zegt niet alles. Zo is witbrood niet altijd ook echt wit van kleur; het kan ook gaan om een door moutmeel donker gekleurd brood. Als een brood van bloem gemaakt is en toch donkergekleurd, dan staat daarop vanaf uiterlijk 1 juli 2022 dus dat het witbrood is.
Duidelijkheid over graansoorten
Bruin tarwespeltroggebrood, volkoren roggetarwebrood en wit tarwemaïsbrood. Zomaar wat broodnamen die we binnenkort in het broodschap kunnen tegenkomen. De nieuwe wet stelt niet alleen duidelijke eisen aan het vermelden van wit, bruin of volkoren, maar ook aan de naamgeving van brood. Alleen granen die voldoende in het brood zitten, mogen ook in de naam genoemd worden. Zo moet speltbrood gemaakt zijn van 98 procent speltmeel en tarwebrood van minimaal 98 procent tarwemeel. Bij een combinatie van graansoorten mogen alleen die soorten genoemd worden, die voor minimaal 5 procent in het meel voorkomen. Samen moeten de granen uit de naam minimaal 98 procent van het meel leveren. De graansoort die er het meeste in zit, moet als eerste genoemd worden. Zit er bijvoorbeeld meer tarwe dan spelt in een brood, dan mag dat wel tarwespeltbrood heten, maar niet spelttarwebrood (of speltbrood zoals het nu vaak heet). Nog een voorbeeld: het huidige maïsbrood bevat meestal meer tarwe dan maïs en moet straks dan tarwemaisbrood genoemd worden.
Meergranenbrood
Er zijn ook nieuwe regels voor meergranenbrood. Deze naam mag alleen gebruikt worden als een brood gemaakt is van minimaal 3 graansoorten, waarbij het aandeel van de meest voorkomende graansoort maximaal 90 procent van het meel is. Dus een brood van 90 procent tarwemeel, 5 procent speltmeel en 5 procent roggemeel mag meergranenbrood genoemd worden. Daarnaast moet er nog de vermelding wit, bruin of volkoren bij staan. Dus straks kun je zowel wit meergranenbrood tegenkomen (bijvoorbeeld gemaakt van tarwebloem, speltbloem en roggebloem) als bruin meergranenbrood en volkoren meergranenbrood. En om het nog wat ingewikkelder te maken: het meergranenbrood uit het voorbeeld mag ook tarwespeltroggebrood of tarweroggespeltbrood genoemd worden, want de naam van brood mag maximaal 3 granen bevatten. Het percentage van de verschillende granen moet bij voorverpakt brood overigens ook vermeld worden in de ingrediëntenlijst.
Niet meer alleen heel en half brood
We kennen allemaal heel en half brood, maar er zijn tegenwoordig ook broden die net wat kleiner zijn dan een gangbaar heel brood. Speciaal daarvoor komt er in de nieuwe wet een nieuwe categorie bij: midden brood of middengroot brood genoemd. Dat zit tussen heel en half in. In de nieuwe wet staan regels over wanneer er sprake is van een heel, half of midden(groot) brood. Het hangt niet af van het gewicht van het brood, maar van het zogenoemde droge stofgehalte. Dat is het gewicht dat overblijft als al het water uit het brood verdampt zou zijn. Bij een heel brood is dat tussen 480 en 530 gram, bij een half brood 240-265 gram en bij midden(groot) brood wordt dat 360-400 gram.
Desembrood
Tenslotte zijn de regels over desembrood in de nieuwe wet aangescherpt. De definitie van zuurdesem is nu wettelijk vastgelegd. Dat betekent bijvoorbeeld dat brood met een poeder met de smaak van desem geen desembrood meer mag heten. Ook geldt voor desembrood dat zuurdesem het enige rijsmiddel mag zijn. Brood waarbij naast desem ook meer dan 0,2 procent droge gist of meer dan 0,5 procent verse gist is gebruikt, mag geen desembrood meer heten.
Overgangsperiode
Omdat bakkers 2 jaar de tijd hebben gekregen om de nieuwe regels in te voeren, kun je tussen 1 juli 2020 en 1 juli 2022 zowel de nieuwe broodnamen als de oude tegenkomen in het broodschap. Het kan dus zomaar zijn dat de naam van je favoriete brood ineens verandert. In het begin zullen de nieuwe namen wellicht nog wat onwennig zijn, maar de nieuwe regels geven wel meer duidelijkheid over wat je precies in handen hebt als je brood koopt.
- Nederlands Bakkerij Centrum