Mijn kind ijlt

Delier bij kinderen

Getty Images

Als je kind opeens wartaal praat, kan dit erg beangstigend zijn. IJlen wordt ook wel delier genoemd, en ontstaat vooral bij hoge koorts. Hoe kan je een delier herkennen en wat kan je ertegen doen?

Kinderen met een delier zijn onrustig en in de war. Ze zien vaak dingen om zich heen of op zich afkomen. Dit is een angstige gewaarwording. Soms kunnen kinderen goed vertellen wat ze hebben gezien, zoals zwarte kruipende beestjes, zwarte vogels of vreemde bewegende lijnen. Blijkbaar is het kinderbrein gevoelig voor koorts en reageert het op deze manier. Als de koorts daalt, verbetert de toestand vaak snel. Als je kind verward blijft, is het nodig om contact op te nemen met een arts.

Wat is een delier?

Een delier is acuut optredende verwardheid en wordt ook wel ijlen genoemd. Bij kinderen hangt een delier vrijwel altijd samen met een lichamelijke ziekte. Het is dus geen uiting van een psychiatrische stoornis. Kenmerken van een delier zijn:

  • Een plotseling ontstaan met een wisselend beloop.
  • De oorzaak is een lichamelijke ziekte, een ongeval of een operatie.
  • Onrust, met onrustige bewegingen of plukken aan lakens en dekens.
  • In tegenstelling tot onrust kan er ook apathie zijn. Dan wordt een delier minder makkelijk herkend bij een al ziek kind.
  • Een verandering in het bewustzijn, met sufheid, afwezigheid of verminderde aandacht.
  • Een waarnemingsstoornis waarbij het kind dingen ziet die er niet zijn maar deze wel als echt ervaart. Dit veroorzaakt angst en onrust.
  • Een geheugenstoornis waarbij het kind zich bepaalde dingen niet kan herinneren of niet op woorden kan komen.
  • Een verstoring in het waak- en slaapritme.

Veel kinderen maken een delier door in de vorm van ijlen bij een infectie met hoge koorts. Je kunt dan denken aan een oorontsteking of griep. Een andere vorm van delier kan zich voordoen bij kinderen na een ingrijpende operatie. Het komt ook voor bij ernstig zieke kinderen die op de intensive care afdeling liggen. De koorts hoeft dan niet aanwezig te zijn. Een delier kan ontstaan door de ingreep of door de ontregelingen van processen in het lichaam.

Oorzaken

In de meeste gevallen ontstaat een delier tijdens een ziekte die gepaard gaat met hoge koorts. Zoals eerder genoemd, kunnen kinderen ook gaan ijlen na een grote operatie of door een ernstige ziekte. Andere oorzaken zijn verbranding, hersenletsel of aandoeningen van het centraal zenuwstelsel.

Overmatig alcoholgebruik of een overdosering van medicijnen kunnen zorgen voor een delier. Dit geldt ook voor plotselinge veranderingen in de water- en zouthuishouding van het lichaam en bij lever- of nierstoornissen. Bij een vergiftiging is niet altijd duidelijk wat de oorzaak is.

Een kind met een aanhoudend delier wordt altijd verder onderzocht en behandeld in het ziekenhuis.

Behandeling

Een kind met delier ervaart de wereld als vreemd en angstaanjagend. Hij ziet enge dieren of dingen om zich heen en weet niet dat die er in werkelijkheid niet zijn omdat het als heel realistisch wordt beleefd. Praat rustig met je kind en leg steeds uit wie je bent en waar je kind nu is. Probeer nuchter vragen te stellen om erachter te komen wat je kind doormaakt en denkt te zien. Volg deze waanideeën niet, maar stel je kind gerust. Afleiding helpt.

IJlen wordt meestal veroorzaakt door hoge koorts. Het is belangrijk om de lichaamstemperatuur van je kind te verlagen. Dit kan je doen door hem met een enkel laken toe te dekken in plaats van dikke dekens te gebruiken. Houd de kamer koel en trek je kind luchtige pyjama’s aan. Eventueel kan je paracetamol geven (in een voor de leeftijd passende hoeveelheid).

Onderliggende oorzaak

Het is belangrijk om erachter te komen wat de oorzaak van het delier is en de koorts te verminderen. Als de koorts mindert, herstellen bepaalde lichaamsfuncties snel. Hierdoor dring je het ijlen terug. Bij een aanhoudend delier is het soms nodig om medicijnen te geven. Een middel dat dan wordt toegepast is haloperidol.

Dit artikel is goedgekeurd door Dr. J.M. de Bont, kinderarts-kinderneuroloog in UMC Utrecht.

Laatst herzien op

Auteur